Categories
Producties

The Living Museum: een veilige plek om kunst te creëren

Een plek waar niks moet, maar alles mag. Dat is The Living Museum, volgens initiatiefnemer Rob Haen. Wat in 2016 begon als rondreizend circus, is nu een plek waar lotgenoten elkaar ontmoeten om samen kunst te creëren. 

De meeste bezoekers van het Tilburgse museum hebben een verleden met dakloosheid, psychiatrie of verslaving. Sommige van hen kampen daar nog steeds mee. Belangrijk is dat niemand elkaar veroordeelt en iedereen mag zijn wie hij of zij wil zijn. In 2018 werd het door een crowdfundingsactie mogelijk om een pand te huren. “Wij bestaan omdat andere mensen ons dat gunnen”, vertelt Haen. Geld komt binnen via donaties, een subsidiebedrag van Gemeente Tilburg en vanuit het eigen verdienmodel: ze verhuren ruimtes en verkopen kunst. De kunst die je hier vindt, wordt outsider art genoemd. Dat is kunst gemaakt door mensen die daar geen opleiding voor hebben gevolgd. Zij ontplooien hun creativiteit buiten de kaders en het zicht van het reguliere kunstcircuit. “Het feit dat deze mensen ergens bij mogen horen, is belangrijk. Ze willen van betekenis zijn en vinden geen aansluiting bij reguliere groepen waar wel regels aan verbonden zijn.” 

Die vrijheid om te zijn wie je bent en te mogen doen wat je maar wil, geeft veel rust en vertrouwen aan de kunstenaars van The Living Museum. Op een dag komen er tussen er vijftien tot dertig mensen langs. Er zijn acht zelfhulpgroepen waarin mensen die met verslaving kampen hun verhaal met elkaar kunnen delen. “ Ze vinden steun bij elkaar”, vertelt Haen. 

Hieronder lees je drie korte interviews met vaste bezoekers van The Living Museum. Wat bracht hen op deze locatie en wat betekent kunst maken voor ze?

Sjors aan het werk

Toen Sjors op zijn 23e herstellende was van een burn-out, stuitte hij op The Living Museum. Het bleek een fijne plek te zijn, waar hij ontdekte dat hij goed is in het maken van kunst. En vooral dat die kunst ook gezien mag worden. Dit is in tegenstelling tot hoe hij er eerst over dacht, toen hij zijn creatieve werk op een kamertje verstopte. Na afgewezen te zijn op de kunstacademie, gaf hij zijn kunstenaarsdroom op. Zijn liefde voor creëren vond hij terug in het Tilburgse museum, waar hij de vrijheid heeft om iets te maken en zich ergens op te concentreren. “Ik maak het vooral voor mezelf, omdat het me rustig houdt. Mijn kunst is van en voor mij, het voelt heel persoonlijk”, vertelt Sjors. Zijn inspiratie haalt hij uit dingen die hem raken. Maar die emoties laat hij niet toe, hij verwerkt ze in zijn kunst. “Ik wil mezelf laten zien, maar ik wil mezelf ook verstoppen. Met mijn werk kan ik iets zeggen, zonder de woorden te hoeven uit te spreken.” Een moeilijke jeugd, en het zijn van een ‘straatjoch’ in combinatie met heftig middelenmisbruik zorgden ervoor dat hij in een zware depressie belandde. Hij was toen dagelijks in het museum te vinden. In tegenstelling tot andere bezoekers, deelt hij niet uitgebreid hoe hij zich voelt: “Alleen zeggen dat je je rot voelt, is soms ook genoeg.” Stoppen met alcohol- en drugsgebruik is zijn redding geweest. Maar deze plek heeft voor hem ook een rol gespeeld. “Hier heb ik geleerd: ik ben Sjors, ik maak kunst, dat mag gezien worden en als je het heel vet vindt, kun je het kopen. Als je het niet wil kopen: ook goed.” Hij werkt in de gezondheidszorg en ondanks hij zich nu stukken beter voelt, komt hij nog regelmatig kunst maken in The Living Museum. 

Mariam laat haar werk zien

Textiel, sieraden en waterverf. Dat zijn Mariams lievelingsbenodigdheden om kunst mee te maken. Al haar hele leven stort ze zich op kunst, vroeger zat ze op de kunstacademie en de schilderschool. Sinds een jaar komt ze langs bij The Living Museum. “De eerste keer was erg spannend, ik twijfelde of ik er wel thuishoorde. Ik besloot het toch een kans te geven.” Het beviel en sindsdien komt ze wekelijks langs. Het is een plek om onder de mensen te zijn en sociaal contact te hebben. Dat helpt wanneer ze zich alleen voelt. Mariam komt uit Suriname en heeft niemand in Nederland. Bij het maken van kunst kan ze haar energie en gedachten de vrije loop laten. Moeder natuur dient als inspiratie: vogels, water en zon brengen haar rust. “De meesten die hier komen, hebben psychische klachten. Wat ik heb is pure eenzaamheid. Daardoor ontstaat soms miscommunicatie. Soms is het voor mij niet goed om hier te zijn. Maar waar moet ik dan heen? Er is geen andere plek, dat is moeilijk”, vertelt Mariam. 

Abd bij een van zijn vele schilderijen waar een vrouw en een kraai op afgebeeld staan

Kunstenaar is geen beroep, zei zijn vader tegen hem. Maar het was alles waar Abd van droomde. In Syrië moest hij, als oudste kind, voor het gezin zorgen toen vader overleed. Het was hard werken. Tot de oorlog begon, en hij werd opgeroepen om te vechten. “Dat wilde ik niet, dus toen ben ik gevlucht. Eerst naar Libanon en later naar Egypte”, vertelt hij. Maar hij had maar een juiste eindbestemming voor ogen: Nederland. Het land van zijn grote idolen Rembrandt en Van Gogh. Dat was acht jaar geleden. Sinds 2014 woont hij in Nederland en is hij actief bezig met schilderen en tekenen. Het maken van kunst hielp hem als gespreksstarter, wat weer zorgde voor het leren van de taal. Al zijn emotie kan hij kwijt op het doek. Abd is ervan overtuigd dat de oorlog hem heeft getroffen zodat hij een duwtje in de juiste richting werd gestuurd. Hij vluchtte voor de kunst. Op zijn schilderijen zijn veelal kraaien en vrouwen afgebeeld. “Waarom? Vrouwen zijn belangrijk. En kraaien zijn hele slimme dieren, ook al heeft de maatschappij een negatief beeld van ze. Een kraai heeft zijn kleur en stem niet gekozen. Ik heb mijn land en religie niet gekozen. Ik herken mijzelf in een kraai”, zegt Abd. Hij is gelukkig in Nederland, ook al mist hij Syrië en zijn familie wel. The Living Museum brengt hem liefde, aandacht en een fijn gevoel. “Zonder kunst zie ik geen reden om te leven.”

Leave a Reply

Your email address will not be published.